H. overwegende dat Ivoorkust in de verklaring die op 18 april 2003 is voorgelegd door zijn regering, overeenkomstig artikel 12, lid 3, van het Statuut van Rome, de jurisdictie van het Internationaal Strafhof (ICC) aanvaardt voor misdaden die vanaf 19 september 2002 op zijn grondgebied zijn begaan; overwegende dat het vooronderzoek van de openbaar aanklager van het Internationaal Strafhof tegen Ivoorkust blijft lopen,
H. considérant que dans la déclaration soumise par le gouvernement ivoirien le 18 avril 2003, conformément à l'article 2, paragraphe 3, de la convention de Rome, la Côte d'Ivoire acceptait la compétence de la Cour pénale internationale (CPI) pour les crimes commis sur son territoire depuis le 19 septembre 2002; considérant que la Côte d'Ivoire demeure soumise à l'examen préliminaire par le Bureau du Procureur de la CPI,