Overwegende dat in functie van artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2775/88 de maandelijkse vaststelling van de uitgaven betreffende deze intresten slechts tijdelijk is zodat een snelle terugbetaling aan de Lid-Staten mogelijk zou zijn; dat in functie van artikel 2, lid 1 van dezelfde verordening de definitieve berekening van het totale ten laste te nemen bedrag door de Gemeenschap uit hoofde van een begrotingsjaar op jaarbasis dient te gebeuren; dat bijgevolg het aangewezen is dat de vastgestelde rentevoet op gans het begrotingsjaar betrekking heeft;
considérant que, en vertu de l'article 2 paragraphe 2 du règlement (CEE) no 2775/88, la détermination mensuelle des dépenses relatives à ces intérêts n'est que provisoire pour permettre un remboursement rapide aux États membres; que, en vertu de l'article 2 paragraphe 1 du même règlement, le calcul définitif du montant total à prendre en charge par la Communauté au titre d'un exercice doit se faire sur une base annuelle; que, par conséquent, il est approprié que le taux fixé couvre la totalité de l'exercice;