3. In toepassing van dit artikel en artikel 25(2)(b) van voornoemd Verdrag van Washington, wordt elke rechtspersoon die werd opgericht overeenkomstig de wetgeving van een Overeenkomstsluitende Partij en die, vóór het ontstaan van het geschil, onder toezicht stond van een investeerder van de andere Overeenkomstsluitende Partij, behandeld als een onderdaan van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
3. Pour l'application du présent Article et de l'Article 25(2)(b) de la Convention de Washington susmentionnée, toute personne morale constituée conformément à la législation de l'une des Parties contractantes et qui, avant que le différend ne survienne, était contrôlée par un investisseur de l'autre Partie contractante, sera traitée comme un ressortissant de l'autre Partie contractante.