Betrokkene kon door de rijkswacht worden aangehouden, de twe
e andere verdachten konden te voet ontkomen. De onderzoeksrechter belast met de zaak door de procureur des Konings te Brussel heeft op 18 december 1997 op grond van artikel 16 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis beslist
een beschikking tot invrijheidstelling te geven omdat hij van oordeel was dat het voor de
openbare veiligheid niet volstrekt noodzakel ...[+++]ijk was om ten laste van de verdachte een aanhoudingsbevel uit te vaardigen.
Le juge d'instruction saisi du dossier par le procureur du Roi de Bruxelles a décidé, se fondant sur l'article 16 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, de prononcer en date du 18 décembre 1997 une ordonnance de mise en liberté, estimant qu'il n'y avait pas d'absolue nécessité pour la sécurité publique de décerner mandat d'arrêt à charge de l'inculpé.