De Koning kan voor iedere bepaling ervan, met uitzondering van de bepalingen van hoofdstuk III, een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
Le Roi peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle mentionnée à l'alinéa 1 pour chacune de ses dispositions, à l'exception des dispositions du chapitre III.