De wetgever heeft bij het hervormen van het afstammingsrecht, en in het bijzonder betreffende het recht inzake erkenning, er steeds naar gestreefd de waarheid zoveel mogelijk te benaderen (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305/1, p. 3) en het daarom mogelijk te maken de wettelijke afstamming te betwisten (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. 305/1, p. 12).
Le législateur a, lors de la réforme du droit de la filiation, et en particulier en ce qui concerne le droit en matière de reconnaissance, toujours voulu cerner le plus près possible la vérité (Doc. parl., Sénat, 1977-1978, n° 305/1, p. 3) et a pour cette raison voulu permettre de contester la filiation légale (Doc. parl., Sénat, 1977-1978, n° 305/1, p. 12).