Antwoord : Uit de samenlezing van het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting en van de desbetreffende omzendbrief van 10 mei 2000 blijkt duidelijk dat de bevoegde overheid zelf de hoorzitting van de eiser moet houden, hetzij de gouverneur in geval van een bezwaarschrift tegen een provinciebelasting, hetzij het college van burgemeester en schepenen in geval van een bezwaarschriftt tegen een gemeentebelasting.
Réponse : De la lecture conjugée de l'arrêté royal du 12 avril 1999 déterminant la procédure devant le gouverneur ou devant le collège des bourgmestre et échevins en matière de réclamation contre une imposition provinciale ou communale et de la circulaire du 10 mai 2000 s'y rapportant, il ressort clairement qu'il appartient à l'autorité compétente elle-même de mener l'audition du réclamant, soit le gouverneur en cas de réclamation contre une imposition provinciale, soit le collège des bourgmestre et échevins en cas de réclamation contre une imposition communale.