24. waardeert de constructieve benadering van de Servische regering ten aanzien van de betrekkingen met de buurlanden, omdat daardoor aanzienlijke vooruitgang bij de regionale samenwerking en bij de toenadering van Servië tot de EU kon worden geboekt, en verzoekt Servië door te gaan met het opbouwen van zijn goede nabuurschapsbetrekkingen; verzoekt Servië goed nabuurschap en een vreedzame oplossing van geschillen te bevorderen, wat onder meer betekent dat gestreefd wordt naar een klimaat van verdraagzaamheid, dat alle vormen van haatpraat of oorlogsretoriek veroordeeld worden en dat wordt afgezien van symbolische handelingen zoals het publiekelijk verwelkomen van de terugkeer van personen die veroordeeld zijn wegens oorlogsmisdaden; wijst
...[+++] erop dat onopgeloste geschillen en problemen, en met name kwesties in verband met grensafbakening, erfenis, teruggave van cultuurgoederen en de ontsluiting van Joegoslavische archieven, overeenkomstig het internationaal recht en gevestigde beginselen moeten worden opgelost, onder meer door de toepassing van juridisch bindende overeenkomsten zoals het akkoord inzake opvolgingskwesties, en dat bilaterale geschillen in een vroeg stadium van het toetredingsproces overeenkomstig het internationaal recht moeten worden beslecht; onderstreept dat Servië een constructieve rol heeft gespeeld in het kader van het 'proces van Berlijn', bij het initiatief van de "Zes landen van de Westelijke Balkan" en de bijbehorende agenda voor connectiviteit; verwelkomt andere initiatieven die gericht zijn op de toekomst van de Westelijke Balkan, met name het proces van Brdo, dat een belangrijk kader voor zowel politieke als technische samenwerking blijkt te zijn, en is van mening dat concrete samenwerking op terreinen van wederzijds belang kan bijdragen tot de stabilisering van de Westelijke Balkan; is in dit verband verheugd over de eerste gezamenlijke ministeriële vergadering van Servië en Bosnië en Herzegovina die op 4 november 2015 plaatsvond in Sa ...24. salue l'esprit constructif dont fait preuve le gouvernement serbe en ce qui concerne ses relations avec les pays voisins, ce qui a permis des progrès notables, tant en matière de coopération régionale qu'en ce qui concerne le rapprochement avec l'Union, et encourage la Serbie à continuer à entretenir des relations de bon voisinage; appelle la Serbie à favoriser les relations de bon voisinage et le règlement amiable des différends, notamment en promouvant un climat de toléran
ce et en condamnant toute forme de discours haineux ou de rhétorique belliqueuse et en s'abstenant de tous gestes négatifs, comme l'accueil public réservé à des
...[+++]criminels de guerre à leur sortie de prison; note qu'une solution doit être trouvée aux différends et aux questions qui subsistent, notamment les problèmes de démarcation des frontières, de succession, de restitution des biens culturels et de divulgation des archives yougoslaves, et ce dans le respect du droit international et des principes établis, notamment en appliquant des instruments juridiquement contraignants, entre autres l'accord sur les questions de succession; relève que les différends bilatéraux devraient être traités dès le début du processus d'adhésion, dans le respect du droit international; souligne le rôle constructif de la Serbie dans le cadre du processus de Berlin, ainsi que l'initiative du Groupe des six des Balkans occidentaux et son programme de connectivité; salue d'autres initiatives promouvant l'avenir des Balkans occidentaux, en particulier le processus de Brdo, qui constitue un cadre important pour une coopération dans les domaines politique et technique; estime qu'une coopération concrète dans des domaines d'intérêt mutuel peut contribuer à la stabilisation des Balkans occidentaux; salue à cet égard la première réunion ministérielle commune entre la Serbie et la Bosnie-Herzégovine, qui a eu lieu le 4 novembre 2015 à Sarajevo; invite la Serbie à promouvoir davantage la stabilisation et le renforceme ...