De tijdsvoorwaarden inzake toelaatbaarheid blijven ongewijzigd : de veroordeelde moet van de vrijheidsberovende straffen een derde, dan wel twee derden (in geval van wettelijke herhaling), 10 jaar (in geval van een levenslange vrijheidsberovende straf) of 14 jaar (in geval van wettelijke herhaling bij veroordeling tot een levenslange vrijheidsberovende straf) hebben ondergaan.
Les conditions en matière de durée d'accomplissement de la peine ne sont pas modifiées : le condamné doit avoir subi un tiers, deux tiers (en cas de récidive légale), dix ans (en cas de peine privative de liberté à perpétuité) ou quatorze ans (en cas de récidive légale pour une condamnation à une peine privative de liberté à perpétuité) des peines privatives de liberté.