Vraag 23 (zie punt 4.2.2.2.): Gezien de verschillen tussen de wetgevingen van de lidstaten inzake vervroegde invrijheidstelling is het mogelijk dat een veroordeelde onmiddellijk na zijn overbrenging naar de aangezochte lidstaat in vrijheid moet worden gesteld.
Question 23 (voir point 4.2.2.2.): En vertu des différences qui existent entre les Etats membres en ce qui concerne la législation sur la libération anticipée, il pourrait arriver qu'un condamné doive être immédiatement libéré suite au transfert dans l'État requis.