In het internationaal recht is, volgens het Handvest van de Verenigde Naties, het zelfbeschikkingsrecht van volkeren, in het bijzonder met betrekking tot het oprichten van staten, beperkt tot situaties van dekolonisatie in zeer strikte zin, met inzonderheid zeer stringente voorwaarden voor de volkeren die zich willen afscheiden van de centrale staat, ofwel een geografische situatie, waardoor er geen zelfbeschikking bestaat, ongeacht of het nu gaat om Centraal- of om Oost-Europa (Tsjetsjenië, Kosovo, Zuid-Ossetië).
En droit international, selon la Charte des Nations unies, le droit des peuples à disposer d'eux-mêmes, en particulier concernant la création de nouveaux états, se limite aux situations de décolonisation entendues dans un sens bien strict avec, notamment une condition rigoureuse pour les peuples voulant se détacher de l'état central, soit une situation géographique, avec, comme conséquence, que ce soit l'Europe centrale ou orientale (Tchétchénie, Kosovo, Ossétie du Sud, etc), l'absence de droit à l'autodétermination.