1. « Schendt artikel 135, § 1, van het Wetboek van Strafvordering, in zijn samenhang gelezen en begrepen met artikel 135, § 2, Sv, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, 6 EVRM en 14 IVBPR, in zoverre het artikel 135, § 1, Sv, een burgerlijke partij het recht geeft om tegen alle beschikkingen van de raadkamer een hoger beroep in te stellen, ook bij de verwijzing van een inverdenkinggestelde, daar waar deze inverdenkinggestelde zelfde recht niet kan laten gelden dan in de specifieke omstandigheden als voorzien door artikel 135, § 2, Sv. ?
1. « L'article 135, § 1, du Code d'instruction criminelle, combiné avec l'article 135, § 2, du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques en tant qu'il donne le droit à une partie civile d'interjeter appel de toutes les ordonnances de la chambre du conseil, même en cas de renvoi d'un inculpé, alors que ledit inculpé ne peut fait valoir ce même droit que dans les circonstances spécifiques prévues par l'article 135, § 2, du Code d'instruction criminelle ?