Het Hof moet nog onderzoeken of artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22bis van de Grondwet, in het geval waarin de vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap betrekking heeft op een kind dat de leeftijd van twaalf jaar niet heeft bereikt.
La Cour doit encore examiner la compatibilité de l'article 318, § 2, alinéa 1, du Code civil avec l'article 22bis de la Constitution, dans l'hypothèse où l'action en contestation de la présomption de paternité concerne un enfant qui n'a pas atteint l'âge de douze ans.