« Art. 68. — De strafvordering die het gevolg is van een overt
reding van deze wet alsmede van de ter uitvoering ervan vastges
telde besluiten, verjaart door verloop van een jaar te rekenen van de dag waarop de overtreding is be
gaan; deze termijn bedraagt evenwel drie jaar te rekenen van de dag waarop de overtreding is begaan voor overtredingen van artikel 30, § 1 en § 3, 33, 34, § 2, 35, 36, 37bis, § 1, 1º en 4º tot 6º, en § 2, en
...[+++] 48, 1º en 2º».
« Art. 68. — L'action publique résultant d'une infraction à la présente loi ainsi qu'aux arrêtés pris en exécution de celle-ci est prescrite après un an révolu à compter du jour où l'infraction a été commise; ce délai est toutefois de trois ans, à dater du jour où l'infraction a été commise, pour les infractions aux articles 30, § 1 et § 3, 33, 34, § 2, 35, 36, 37bis, § 1, 1º et 4º à 6º, et § 2, et 48, 1º et 2º».