In vergelijking met de vorige referentieperioden (37,51% in 1999, 40,47% in 2000, 37,75% in 2001 en 34,03% in 2002) was er sprake van een aanzienlijke daling van 6,25 procentpunt over vier jaar (2001-2004) en een even grote daling (6,01 procentpunt) over zes opeenvolgende jaren (1999-2004).
Par rapport aux périodes de référence antérieures (37,51 % en 1999, 40,47 % en 2000, 37,75 % en 2001 et 34,03 % en 2002), on observe une baisse considérable de 6,25 points sur quatre ans (2001-2004) et une diminution d’aussi grande ampleur (6,01 points) sur six années consécutives (1999-2004).