Art. 11. In afwijking van artikel 23 van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, kunnen de gerechtelijke inspecteurs die krachtens artikel 2 zijn benoemd en weddeschaal 2B genieten, zodra zij minstens elf jaar graadannciënniteit hebben, en voor zover er vacante betrekkingen zijn, bevorderd worden tot de graad van gerechtelijk afdelingsinspecteur op voorwaarde dat zij ten laatste op 31 december 1998 minstens elf jaar graadanciënniteit hebben.
Art. 11. Par dérogation à l'article 23 de l'arrêté royal du 19 décembre 1997 portant le statut administratif et pécuniaire des membres du personnel de la police judiciaire près les parquets, les inspecteurs judiciaires nommés en vertu de l'article 2 et titulaires de l'échelle de traitement 2B peuvent, au moment où ils comptent une ancienneté de grade d'au moins onze ans, être promus, dans la limite des emplois vacants, au grade d'inspecteur judiciaire divisionnaire pour autant qu'ils comptent une ancienneté de grade de onze ans au moins au 31 décembre 1998 au plus tard.