28. meent dat de meerjarenplannen een solide en duurzaam kader moeten vormen voor het visserijbeheer en gestoeld moeten zijn op de beste en meest recente intercollegiaal getoetste wetenschappelijke en sociaaleconomische inzichten, en dat zij moeten worden aangepast aan de ontwikkeling van de bestanden en voor flexibiliteit m
oeten zorgen bij de jaarlijkse besluiten van de Raad over de verdeling van de vangstmogelijkheden; stelt dat deze jaarlijkse
besluiten niet verde
r mogen gaan dan de strikte grenzen van de verd ...[+++]eling van de vangstmogelijkheden en dat daarbij grote schommelingen zo veel mogelijk vermeden moeten worden;
28. considère que les plans pluriannuels doivent constituer une cadre solide et durable pour la gestion de la pêche et se fonder sur les meilleurs et les plus récents avis scientifiques et socio-économiques disponibles, reconnus par les pairs, en s'adaptant à l'évolution des stocks et offrant de la flexibilité lors des décisions annuelles du Conseil sur les possibilités de pêche; estime que ces décisions annuelles ne doivent pas dépasser le cadre strict de l'attribution des possibilités de pêche, et que, dans la mesure du possible, les variations importantes d'une décision à l'autre doivent être évitées;