Art. 10. § 1. Wanneer, op basis van meer bepaald de jaarlijkse evaluatie, de minister vaststelt dat een vereniging de bepalingen van de ordonnantie, die van dit besluit of die van de overeenkomst bedoeld in artikel 6 niet meer in acht neemt, of wanneer de activiteiten van de vereniging niet meer overeenstemmen met het door de ordonnantie bepaalde maatschappelijk doel, dan deelt hij aan de vereniging, na haar gehoord te hebben, een beslissing tot opschorting van de erkenning voor een duur van drie maanden mee.
Art. 10. § 1. Lorsque, sur base notamment de l'évaluation annuelle, le ministre constate qu'une association ne respecte plus les dispositions de l'ordonnance, du présent arrêté ou de la convention visée à l'article 6, ou lorsque les activités de l'association ne correspondent plus à la finalité sociale déterminée par l'ordonnance, il lui notifie, après l'avoir entendu, une décision de suspension d'agrément d'une durée de trois mois.