A. overwegende dat het gemiddelde aandeel van de belastinginkomsten in het BBP tussen 1970 en 2000 met 11% is gestegen van 34,4% tot 45,5%, waarbij de toename tijdens die 30 jaar constant is gebleven en de jongste jaren weliswaar vertraagd maar niet onderbroken is; overwegende dat deze toename grotendeels te wijten is aan de toename van de directe belastingen en met name van de inkomstenbelasting, en aan de toename van de sociale lasten,
A. considérant que le rapport moyen recettes fiscales/PIB a augmenté entre 1970 et 2000 de quelque 11 %, passant de 34,4 % à 45,5 %, avec une croissance constante au cours des 30 dernières années, ralentie, mais non interrompue, au cours des années les plus récentes; considérant par ailleurs que cette croissance est due en grande partie à l'accroissement du poids des impôts directs et en particulier des impôts sur le revenu, et à l'augmentation du poids des charges sociales,