« Buiten de anciënniteit die de betrokken mandatarissen hebben verkregen als voorzitter, kunnen zij ook de daaraan aansluitende jaren doen gelden gedurende welke zij, voor of na hun ambt als voorzitter, in dezelfde gemeente of gedeelten van gemeenten, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van deze wet, een mandaat van burgemeester of van schepen zouden hebben uitgeoefend».
« Outre l'ancienneté acquise en qualité de président, les mandataires intéressés peuvent également faire valoir les années au cours desquelles ils ont éventuellement exercé dans la même commune ou les mêmes parties de communes, visées aux articles 3 et 4 de la présente loi, immédiatement avant ou après leurs fonctions en qualité de président, un mandat de bourgmestre ou d'échevin».