Door te bepalen dat een kansspelinrichting niet mag worden gevestigd in de nabijheid (vage uitdrukking) van onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, eredienstplaatsen, gevangenissen en plaatsen die vooral door de jongeren worden bezocht (wat weinig mogelijkheden openlaat), regelt de federale wetgever rechtstreeks de ruimtelijke ordening, dat wil zeggen, de ruimtelijke tenuitvoerlegging van het economisch, sociaal, cultureel en ecologisch beleid van elke maatschappij.
En précisant qu'un établissement de jeux de hasard ne peut être implanté à proximité (expression vague) d'établissements d'enseignement, d'hôpitaux, de lieux de culte, de prisons et d'endroits fréquentés par des jeunes (ce qui laisse peu de possibilités), le législateur fédéral règle directement l'aménagement du territoire, c'est-à-dire l'expression spatiale des politiques économique, sociale, culturelle et écologique de toute société.