Tot slot, mijnheer de Voorzitter, ben ik van mening dat dit een onderwerp is waarover we moeten blijven praten, waarbij we de rechtsorde en natuurlijk respect voor de grondrechten in gedachten moeten houden; maar tot de grondrechten behoort ook het recht om niet beschuldigd te worden, tenzij de beschuldigingen gebaseerd zijn op bewijs dat volgens de juiste procedures is verzameld.
En conclusion, Monsieur le Président, je pense qu’il s’agit d’un thème sur lequel nous devons poursuivre la discussion, en gardant à l’esprit la primauté du droit comme principe et, il va de soi, le respect des droits fondamentaux; mais par droits fondamentaux, il faut également comprendre le droit de ne pas être accusé, sauf sur la base de preuves collectées selon des procédures appropriées.