De bovengenoemde organieke wet van 18 juli 1991 noemt in artikel 3 de twee inlichtingendiensten die onderworpen zijn aan het democratisch toezicht van het parlement. Het parlement oefent dit toezicht uit via het Comité I, dat krachtens dezelfde wettekst werd opgericht.
La loi organique du 18 juillet 1991, précitée, répertorie en son article 3 les deux services de renseignement auxquels s'applique le contrôle démocratique du parlement, via le Comité R institué par le même texte légal.