Uit artikel 40, § 1, 2°, in fine, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 blijkt bovendien dat de voorheen bestaande regeling waarbij kandidaat-vluchtelingen konden worden tewerkgesteld worden mits een voorlopige toelating tot tewerkstelling, niet meer van toepassing was op aanvragen ingediend na 1 juli 1999.
Il ressort en outre de l'article 40, § 1, 2°, in fine, de l'arrêté royal du 9 juin 1999 que le système antérieur, qui prévoyait que les candidats réfugiés pouvaient être occupés moyennant une autorisation provisoire d'occupation, n'était plus applicable aux demandes introduites après le 1 juillet 1999.