Het betreft het arrest-Lüdi waarin het Hof oordeelde dat het inzetten van een undercoveragent het privé-leven niet aantastte als bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens (EVRM, 15 juni 1992, gepubliceerd in « La Revue trimestrielle des droits de l'homme » , 1993, blz. 309-334).
Il s'agit de l'arrêt Lüdi dans lequel elle a jugé que l'utilisation d'un agent infiltré ne touchait pas à la vie privée au sens de l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme (CEDH, 15 juin 1992, publié dans la Revue trimestrielle des droits de l'homme , 1993, pp. 309-334).