Door het voordeel van de toepassing van artikel 1022, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek te beperken tot de personen die de juridische tweedelijnsbijstand hebben aangevraagd en die hem hebben verkregen, heeft de wetgever geen afbreuk gedaan aan de bij artikel 23, derde lid, van de Grondwet gewaarborgde standstill -verplichting.
En limitant le bénéfice de l'application de l'article 1022, alinéa 4, du Code judiciaire aux personnes qui ont sollicité l'aide judiciaire de deuxième ligne et qui l'ont obtenue, le législateur n'a pas porté atteinte à l'obligation de standstill garantie par l'article 23, alinéa 3, de la Constitution.