Deze bepaling heeft tot doel enerzijds te voorkomen dat euthanasie wordt gevraagd om financiële redenen (zie de jurisprudentie inzake vrijwillige en onvrijwillige zelfmoord) en anderzijds de erfgenamen en rechtsopvolgers van een patiënt die een vrijwillig, herhaald en weloverwogen euthanasieverzoek heeft gedaan, niet te stigmatiseren.
La disposition doit veiller, d'une part, à éviter que des actes d'euthanasie ne soient demandés pour des raisons financières (voir la jurisprudence en matière de suicide volontaire et involontaire) et, d'autre part, ne pas pénaliser les héritiers ou ayants droits d'un patient faisant une demande volontaire, répétée et réfléchie d'euthanasie.