Na een omschrijving van de in het akkoord gebruikte begrippen (artikel 1 van het samenwerkingsakkoord) en de doelstelling ervan (artikel 2), bepaalt het akkoord dat de Staat bevoe
gd is voor het niet-justitiële beleid inzake de slachtofferhulp verstrekt door politiediensten en voor het justitiële beleid met betrekking tot de rechten van slachtoffers van misdrijven binnen de gerechtelijke procedure, en dat de Vlaamse Gemeensc
hap bevoegd is voor bijstand aan personen, in het bijzonder door de erkenning en subsidiëring van welzijnsbevorde
...[+++]rende voorzieningen (artikelen 3 tot 8).
Après la définition des notions utilisées dans l'accord (article 1 de l'accord de coopération) et de son objectif (article 2), l'accord dispose que l'État est compétent pour la politique non judiciaire en matière d'aide aux victimes, fournie par les services de police, et pour la police judiciaire en matière de droits des victimes de délits dans le cadre de la procédure judiciaire, et prévoit que la Communauté flamande est compétente pour l'aide aux personnes, plus particulièrement par l'octroi de l'agrément et de subventions aux structures pour la promotion de l'aide sociale (articles 3 à 8).