Artikel 32, paragraaf 1, is gegrond op verschillende precedenten opgenomen in andere verdrage
n uitgewerkt in het kader van de Raad van Europa, bij voorbeeld in het verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen (ETS nr. 112) en in het verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven (ETS
nr. 141), op grond waarvan het verdrag nog voor de inwerkingtreding ervan mag worden ondertekend door de lidsta
ten van de Raad van Europa ...[+++] en door de niet-lidstaten die hebben meegewerkt aan de uitwerking van het verdrag.
L'article 32, paragraphe 1, s'inspire de plusieurs précédents établis dans d'autres conventions élaborées dans le cadre du Conseil de l'Europe, par exemple la Convention sur le transfèrement des personnes condamnées (STE nº 112) et la Convention relative au blanchiment, au dépistage, à la saisie et à la confiscation des produits du crime (STE nº 141), qui permettent la signature, avant l'entrée en vigueur de la convention, non seulement des États membres du Conseil de l'Europe, mais aussi des États non-membres qui ont participé à l'élaboration de la convention.