De wet van 9 juli 1997 bevat drie maatregelen waartegen de plaatsvervangende rechters die vóór 1 oktober 1993 zijn benoemd, bezwaar hebben : zij zien het onweerlegbare vermoeden geslaagd te zijn voor het examen teruggebracht tot een tijdelijk vermoeden;
tijdens de periode gedurende welke dat vermoeden geldt, kunnen zij bovendien slechts tot werkend rechter worden benoemd als zij een unaniem gunstig advies hebben gekregen (vereiste van een gekwalificeerd advies) en voor zover geen geslaagde voor het examen,
stagiair of werkend magistraat die een unaniem gun ...[+++]stig advies heeft gekregen, kandidaat is (regel van voorrang van sommige concurrenten).
La loi du 9 juillet 1997 contient trois mesures qui font grief aux juges suppléants nommés avant le 1 octobre 1993 : ils voient la présomption irréfragable de réussite de l'examen être ramenée à une présomption temporaire; en outre, durant la période de validité de cette présomption, ils ne peuvent être nommés juge effectif que moyennant un avis favorable et unanime (exigence d'un avis qualifié) et pour autant qu'il n'y ait pas de candidat lauréat, stagiaire ou magistrat effectif bénéficiant d'un avis favorable émis à l'unanimité (règle de préséance de certains concurrents).