Art. 36. Wat betreft de ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 met uitzondering van deze van de Administratie der directe belastingen, van de Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen en van de Administratie der douane en accijnzen, moet vanaf 1 juli 1995 artikel 11 van voornoemd koninklijk besluit van 29 oktober 1971, als volgt worden gelezen : Art. 11. Welke ook de wijze(n) van toekenning van betrekkingen is(zijn), de kandidaten worden gerangschikt in de volgende orde van voorrang :
(r) Art. 36. A dater du 1 juillet 1995, en ce qui concerne les agents des niveaux 2+, 2, 3 et 4 des administrations autres que l'Administration des contributions directes, l'Administra-tion de la T.V. A., de l'enregis-trement et des domaines et l'Administration des douanes et accises, l'article 11 de l'arrêté royal du 29 octobre 1971 précité, doit se lire comme suit : (r) Art. 11. Quel(s) que soi(en)t le(s) mode(s) d'attribution des emplois, les candidats sont classés selon l'ordre de priorité suivant: