Indien de delegatie betrekking heeft op portefeuillebeheer of risicobeheer, die de kernactiviteit van de abi-beheerder vormen en bijgevolg in hoge mate relevant zijn voor de bescherming van beleggers en het systeemrisico, moeten, behalve de vereisten van artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de toezichthoudende autoriteit van de onderneming van het derde land een samenwerkingsregeling op basis van een schriftelijke overeenkomst sluiten.
Lorsque la délégation concerne la gestion de portefeuilles ou la gestion des risques, qui constituent le cœur de métier du gestionnaire et revêtent par conséquent une grande importance en matière de protection des investisseurs et de risque systémique, il convient, en sus des dispositions de l’article 20, paragraphe 1, point c), de la directive 2011/61/UE, que les autorités compétentes de l’État membre d’origine du gestionnaire et l’autorité de surveillance de l’entreprise de pays tiers aient convenu de modalités de coopération se fondant sur un accord écrit.