Overwegende dat het voormelde koninklijk besluit van 24 oktober 1988 de persoon die wenst ingeschreven te worden in het register van erkende gemachtigden geen keuze laat tussen een aanpassingsstage of een bekwaamheidsproef zoals bedoeld in artikel 14, lid 2, van richtlijn 2005/36/EG en het koninklijk besluit in dat opzicht enkel een mogelijkheid laat tot het afleggen van een bekwaamheidsproef; dat België deze persoon geen keuze hoeft te laten tussen een aanpassingsstage en een bekwaamheidsproef, overeenkomstig artikel 14, lid 3, eerste alinea, van richtlijn 2005/36/EG; dat artikel 14, lid 3, van richtlijn 2005/36/EG een afwijking vormt op artikel 14, lid 2, van dezelfde richtlijn en een voorafgaandelijke kennisgeving en motivering, zoals
...[+++]bedoeld in het laatstgenoemde artikel, door België aan de Europese Commissie en de lidstaten aangaande deze afwezigheid van keuze tussen een aanpassingsstage en een bekwaamheidsproef bijgevolg niet vereist is; Considérant que l'arrêté royal précité du 24 octobre 1988 ne laisse pas à la personne qui souhaite être inscrite dans le registre des mandataires agréés le choix entre un stage d'adaptation ou une épreuve d'aptitude tels que visés dans l'article 14, paragraphe 2, de la directive 2005/36/CE et que l'arrêté royal, à ce point de vue, laisse uniquemen
t la possibilité de passer l'épreuve d'aptitude; que la Belgique ne laisse pas le choix à cette personne entre un stage d'adaptation et une épreuve d'aptitude, conformément à l'article 14, paragraphe 3, alinéa 1, de la directive 2005/36/CE; que l'article 14, paragraphe 3, de la directive 2005/
...[+++]36/CE constitue une dérogation à l'article 14, paragraphe 2, de la même directive et qu'une notification et une motivation préalables, telles que visées dans l'article précité, par la Belgique à la Commission européenne et aux Etats membres concernant cette absence de choix entre un stage d'adaptation et une épreuve d'aptitude ne sont par conséquent pas exigées;