Daartoe behoren het discriminatieverbod (artikel 2), de belangen van het kind als doorslaggevende overweging in alle maatregelen met betrekking tot kinderen (artikel 3), het recht op leven en het recht op overleven en ontwikkeling (artikel 6), en ten slotte de eerbiediging van de mening van het kind (artikel 12) (133).
En font partie l'interdiction de discrimination (article 2), l'intérêt de l'enfant comme considération primordiale dans toutes les décisions qui concernent les enfants (article 3), le droit à la vie et le droit à la survie et au développement (article 6) et, enfin, le respect de l'opinion de l'enfant (article 12) (133).