De verwijzende rechter verzoekt het Hof twee categorieën van kinderen met elkaar te vergelijken : enerzijds, het kind dat tegen degene die gemeenschap heeft gehad met zijn moeder tijdens het wettelijke tijdvak van de verwekking, een vordering tot uitkering voor levensonderhoud bedoeld in artikel 336 van het Burgerlijk Wetboek instelt; anderzijds, het kind dat tegen zijn vader een onderhoudsvordering instelt die op artikel 203, § 1, van hetzelfde Wetboek is gebaseerd.
Le juge a quo invite la Cour à comparer deux catégories d'enfants : d'une part, l'enfant qui intente, contre celui qui a eu des relations avec sa mère pendant la période légale de conception, l'action en réclamation d'une pension prévue par l'article 336 du Code civil; d'autre part, l'enfant qui intente contre son père une action en pension alimentaire fondée sur l'article 203, § 1, du même Code.