14. onderstreept de noodzaak om zedendelicten tegen kinderen te bestrijden, en met name zedendelicten op internet, omdat de gevolgen daarvan wereldwijd zijn; roept daarom op in het komende jaarverslag aandacht te besteden aan het toezicht op de bescherming van kinderen en de voortgang op dit gebied; wijst er echter nogmaals op dat de bescherming van de rechten van kinderen vooral binnen de bevoegdheid van de lidstaten blijft vallen;
14. souligne qu’il est nécessaire de lutter contre les infractions sexuelles commises à l’égard d’enfants, en particulier sur l’Internet qui a une portée mondiale; demande par conséquent, dans son prochain rapport annuel, de mettre en place un suivi de la protection offerte à ces enfants et des progrès accomplis dans ce domaine; rappelle, cependant, que la protection des droits des enfants reste principalement de la compétence des États membres;