De Belgische wetgeving staat, zowel op het niveau van de Grondwet (artikel 22bis), het Burgerlijk Wetboek (artikelen 203, 371 tot 387bis) als het Strafwetboek (artikelen 398 en volgende, artikel 405bis en 405ter die werden ingevoerd door de wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen of de artikelen 417bis tot quinquies), in voor de bescherming van de kinderrechten.
En effet, que ce soit au niveau de la Constitution (article 22bis), du Code civil (articles 203, 371 à 387bis) ou le Code pénal (articles 398 et suivants, article 405bis et 405ter introduits par la loi du 28 novembre 2000 relative à la protection des mineurs ou encore les articles 417bis à quinquies), la législation belge actuelle peut être considérée comme protectrice des droits des enfants.