Artikel 46 van het Wetboek van Strafvordering, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, wordt aangevuld met het volgende lid : « Hetzelfde geldt wanneer een misdaad of een wanbedrijf, zelfs niet op heterdaad ontdekt , gepleegd is binnen een huis tussen personen die als gehuwden samenleven of samengeleefd hebben en ter kennis wordt gebracht van de procureur des Konings op klacht van het slachtoffer [.] ».
L'article 46 du Code d'instruction criminelle, modifié par la loi du 10 juillet 1967, est complété [.] par l'alinéa suivant : « Il en est de même lorsqu'un crime ou délit, même non flagrant , commis à l'intérieur d'une maison entre personnes cohabitant ou ayant cohabité maritalement , est porté à la connaissance du p rocureur du Roi sur plainte de la victime [.] ».