Wanneer de benadeelde zelf de strafvordering op gang brengt door een rechtstreekse dagvaarding voor het vonnisgerecht (art. 64, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering) of door een klacht met burgerlijke-partijstelling voor de onderzoeksrechter (art. 63 van het Wetboek van Strafvordering), zal hij als burgerlijke partij een borgsom moeten betalen om de vermoedelijke kosten der rechtspleging te dekken.
Lorsque la personne lésée intente l'action elle-même, soit par le biais d'une citation directe devant la juridiction de jugement (art. 64, 2 alinéa, du Code d'instruction criminelle), soit en déposant plainte et en se constituant partie civile devant le juge d'instruction (art. 63 du Code d'instruction criminelle), elle sera tenue, en tant que partie civile, de verser une caution afin de couvrir les frais présumés de la procédure.