Art. 37. § 1. Als door of ten voordele van een persoon een melding of klacht wordt ingediend of een procedure wordt ingesteld, die gericht is op het doen naleven van dit decreet, dan mogen zij die het voorwerp zijn van die melding, klacht of procedure geen nadelige maatregelen treffen ten aanzien van die persoon, behalve om redenen die vreemd zijn aan die melding, klacht of procedure.
Art. 37. § 1. Si une plainte est introduite par ou à l'avantage d'une personne ou qu'une procédure est lancée en vue de faire respecter le présent décret, ceux qui font l'objet de cette plainte ou procédure ne peuvent prendre de mesures désavantageuses vis-à-vis de cette personne, sauf pour des motifs étrangers à cette plainte ou procédure.