Frankrijk bestrijdt met klem dat de aanbestedingsprocedure niet doorzichtig zou zijn geweest, zoals door de belanghebbende derden wordt beweerd, en herinnert eraan dat de staat in dezen zelfs verder is gegaan dan waartoe zij verplicht is op grond van de toch al strenge en dwingende wet- en regelgeving in geval van verkoop van staatsdeelnemingen.
La France conteste fermement l’argument avancé par les tiers, selon lequel le processus de mise en vente n’aurait pas été transparent et rappelle que, dans le cas d’espèce, l’État est même allé au-delà de ses obligations légales et réglementaires, déjà fortes et contraignantes, prévues en cas de cession de participations publiques.