Is het voor de uitlegging relevant dat, in de omstandigheden van het hoofdgeding, de bestuurder en volledige eigenaar van de licentieverlenende handelsonderneming de natuurlijke persoon is die de bij de licentieoveree
nkomst overgedragen knowhow heeft ontwikkeld, wanneer de artikelen 2, lid 1, sub c, 24, lid 1, en 43 van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: „btw-richtlijn”) in het kader van identificatie van degene die de aan btw onderworpen dienst verricht, worden toegepast bij de beoordeling of de verrichting een fictief ka
...[+++]rakter heeft, geen economische en commerciële inhoud heeft en uitsluitend op de verkrijging van een fiscaal voordeel is gericht?Dans le cadre de l’application de l’article 2, paragraphe 1, sous c), de l’article 24, paragraphe 1, et de l’article 43 de la directive 2006/112/CE du Conseil, du 28 novembre 2006, relative au système commun de taxe sur la valeu
r ajoutée (ci-après la «directive TVA») (1), lorsqu’il s’agit d’établir, aux fins de la TVA, la personne du prestataire de services, est-il pertinent pour l’interprétation, lors de l’examen du caractère purement artificiel, dépourvu de réalité économique et commerciale d’une transaction qui aurait été effectuée à la seule fin d’obtention d’un avantage fiscal, que, dans l’affaire au principal, le gérant de la socié
...[+++]té donneuse de licence et son actionnaire à 100 % soit la personne physique qui a créé le savoir-faire par ailleurs transféré par le contrat de licence en question?