Partijen komen overeen dat een waterbevoorrading van het Vlaamse gewest vanuit de Transhennuyère zal plaatsvinden vanaf het einde van de investeringswerken voorzien voor 1999, minimaal ten belope van 4,439 miljoen m/jaar in 1999, 5,277 miljoen m/jaar in 2000 en 6,2 miljoen m/jaar vanaf 2001, voor zover de leveringscapaciteit van de Transhennuyère het toelaat.
Les parties conviennent qu'un approvisionnement en eau destiné à l'alimentation de la Flandre en provenance de la Transhennuyère sera effectué à dater de l'achèvement des travaux d'investissement prévus pour 1999, au minimum à raison de 4,439 millions de m/an en 1999, 5,277 millions de m/an en 2000 et 6,2 millions de m/an à partir de 2001, pour autant que la capacité de fourniture de la Transhennuyère le permette.