Het feit dat de in artikel 9, 2, bepaalde beperkingen inzake de afzet van mestoverschotten niet kunnen worden opgelegd aan producenten van wie het bedrijf als gezinsveeteeltbedrijf werd « genotificeerd », houdt redelijk verband met het oogmerk van de decreetgever om een soepeler regeling te waarborgen voor de gezinsveeteeltbedrijven, waarvan hij redelijkerwijze kon aannemen dat deze verhoudingsgewijs minder mestoverschotten veroorzaken.
Le fait que les limitations visées à l'article 9, 2, pour ce qui est de l'écoulement d'excédents d'engrais ne puissent être imposées aux producteurs dont l'entreprise est considérée comme entreprise familiale d'élevage de bétail présente un rapport raisonnable avec le but du législateur décrétal consistant à garantir un régime plus souple pour les entreprises familiales, dont il a raisonnablement pu estimer que, proportionnellement, celles-ci génèrent moins d'excédents d'engrais.