Op 5 juli 1991 besliste onze Ministerraad dat het voorontwerp van wet tot goedkeuring van de Overeenkomst, na advies van de Raad van State, ter ondertekening kon worden voorgelegd aan het Staatshoofd, om het daarna bij het Parlement in te dienen.
Le 5 juillet 1991, notre Conseil des ministres décida que l'avant-projet de loi portant approbation de l'Accord pouvait, après avis du Conseil d'État, être soumis à la signature du Chef de l'État, en vue d'être présenté au Parlement.