Het slachtoffer put immers uit de voormelde wet van 17 mei 2006 het recht om in kennis te worden gesteld van de dag, het uur en de plaats van de zitting (artikelen 34, § 1, tweede lid, 52, § 1, tweede lid, 63, § 1, vijfde lid), om er te worden gehoord over de bijzondere voorwaarden die in zijn belang moeten worden opgelegd (artikelen 35, § 1, tweede lid en 53, tweede lid, 63, § 3, tweede lid, 68, § 3, tweede lid), en om er zich te laten vertegenwoordigen of bijstaan door een raadsman en zich te laten bijstaan door de gemachtigde van een overheidsinstel
ling of een door de Koning hiertoe erkende vereniging (artikelen 35, § 1, derde lid, 53
...[+++], derde lid, en 68, § 3, derde lid).
En effet, la victime puise dans la loi du 17 mai 2006, précitée, le droit d'être informée des lieu, jour et heure de l'audience (articles 34, § 1, alinéa 2, 52, § 1, alinéa 2, 63, § 1, alinéa 5), d'y être entendue sur les conditions particulières imposées dans son intérêt (articles 35, § 1, alinéa 2 et 53, alinéa 2, 63, § 3, alinéa 2, 68, § 3, alinéa 2) ou de communiquer ses observations par écrit (article 63, § 2) et de s'y faire représenter ou assister par un conseil et assister par le délégué d'un organisme public ou d'une association agréée à cette fin par le Roi (articles 35, § 1, alinéa 3, 53, alinéa 3, 68, § 3, alinéa 3).