De bestreden bepaling [doet] geen afbreuk aan de door artikel 40, tweede lid, van de Grondwet aan de Koning toegewezen bevoegdheid, noch aan de bevoegdheid van de federale wetgever inzake de rechterlijke organisatie.
La disposition entreprise ne porte atteinte ni à la compétence que l'article 40, alinéa 2, de la Constitution attribue au Roi, ni à la compétence du législateur fédéral en matière d'organisation judiciaire.