In een eerste en een vierde middel voeren de verzoekende partijen in zaak nr. 2757 de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 154 van de Grondwet, doordat artikel 357 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 27 december 2002, de vergoeding voor wachtprestaties beperkt tot substi
tuut-procureurs des Konings en toegevoegde substituut-procureurs des Konings, met uitsluiting van, enerzijds, de substituut-arb
eidsauditeurs en de toegevoegde substituut-arbeidsa ...[+++]uditeurs (eerste middel), en, anderzijds, de beslagrechters (vierde middel).
Dans les premier et quatrième moyens, les parties requérantes dans l'affaire n° 2757 invoquent la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 154 de la Constitution, en ce que l'article 357 du Code judiciaire, modifié par l'article 4 de la loi du 27 décembre 2002, limite l'indemnité pour prestations de garde aux substituts du procureur du Roi et aux substituts du procureur du Roi de complément, à l'exclusion, d'une part, des substituts de l'auditeur du travail et des substituts de l'auditeur du travail de complément (premier moyen), et, d'autre part, des juges des saisies (quatrième moyen).