Bij een veroordeling
voor de feiten die vermeld zijn in de artikelen 151, 152, 175, 181, 186, eerste lid, 1° tot 3° en 7°, 188, 209 en 210, ten laste van de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers, wordt een afschrift van het vonnis of arrest verzonden naar de Commissie die ingesteld is bij artikel 13 van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, en naar de Commissies die ing
esteld zijn door de Koning krachtens artikel 401 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 30bis, § 2
...[+++], van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
En cas de condamnation pour les faits visés aux articles 151, 152, 175, 181, 186, alinéa 1, 1° à 3° et 7°, 188, 209 et 210, à charge de l'employeur, de ses préposés ou de ses mandataires, une copie du jugement ou de l'arrêt est transmise à la Commission instituée par l'article 13 de la loi du 20 mars 1991 organisant l'agréation d'entrepreneurs de travaux et aux commissions instituées par le Roi en vertu de l'article 401 du Code des impôts sur les revenus et de l'article 30bis, § 2, de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs.