Art. 260. § 1. De commandant of diens afgevaardigde, die op de hoogte is van de feiten waarvan hij meent dat zij aanleiding moeten geven tot tuchtrechtelijke vervolgingen, stelt een tuchtvordering in tegen het betrokken personeelslid door hem per aangetekend schrijven of via elke andere drager met bewijskracht en vaste datum een kopie van het inleidend verslag te betekenen.
Art. 260. § 1 . Le commandant ou son délégué, qui a connaissance de faits dont il estime qu'ils doivent donner lieu à des poursuites disciplinaires, ouvre une action disciplinaire contre le membre du personnel en cause en lui notifiant par lettre recommandée ou par toutes autres voies qui confèrent au courrier valeur probante et date certaine, en copie, un rapport introductif.